Volkswagen Tiguan Onderhouds- en reparatiehandleiding - Achteruitkijkcamerasysteem (2023)

Algemene informatie

Opmerking

• Bekendheid met de functie en bediening van het achteruitkijkcamerasysteem is nodig als er zorgen zijn bij klanten.
• Raadpleeg de gebruikershandleiding.
• Gebruik de voertuigdiagnosetester in "Begeleide storingzoeken" bij het uitvoeren van onderhoud of het uitvoeren van storingzoeken.
• Als de accu is aangesloten, controleer dan alle voertuigaccessoires (radio, klok, elektronische voorzieningen, enz.) volgens de reparatiehandleiding en/of de gebruikershandleiding.

Het systeem achteraan ondersteunt de bestuurder tijdens het achteruitrijden door de bestuurder via de monitor van de radio of het radionavigatiesysteem een ​​beeld te geven van de verkeerssituatie achter het voertuig.

Het systeem schakelt zichzelf in als de achteruitversnelling wordt ingeschakeld, ook als de radio of het radio-/navigatiesysteem is uitgeschakeld.

Het achteruitkijkcamerasysteem bestaat uit de volgende onderdelen:

• De achteruitkijkcamera -R189-,
• De bedieningsmodule voor het achteruitkijkcamerasysteem -J772-
• de Radio/Navigatie Display Unit Control Module -J503-,
• en stuurwiel met stuurhoeksensor -G85-.

Opmerking

Het is niet toegestaan ​​om een ​​extra kentekenplaathouder te monteren bij voertuigen met een achteruitkijkcamerasysteem, omdat dit de werking van het achteruitkijkcamerasysteem zou belemmeren. Kentekenplaatverlichting kan ook beschadigd zijn.

Storingsherkenning en storingsindicator:

Het achteruitkijkcamerasysteem is voorzien van boorddiagnose.

Gebruik de voertuigdiagnosetester in "Begeleid zoeken naar fouten".

Overzicht - Achteruitkijkcamerasysteem

1. Bedieningsmodule radio-/navigatieweergave-eenheid -J503-
   • Component locatie: in de voorste middenconsole
   • Verwijderen en installeren.
2. Bedieningsmodule achteruitkijkcamerasysteem -J772-
   • Locatie van het onderdeel: in de bagageruimte achter het rechter zijpaneel
   • Verwijderen en installeren.
3. Achteruitkijkcamera -R189-
   • Locatie van het onderdeel: in de handgreepknop op de achterklep
   • Verwijderen en installeren.
   • Moeraanhaalspecificatie: 6 Nm
   • Achteruitkijkcamerasysteem, kalibreren.
4. Stuurhoeksensor -G85-
   • Locatie van het onderdeel: in de stuurkolomelektronica-regelmodule achter het stuurkolomschakelpaneel op het stuurwiel
   • Bedieningsmodule stuurkolomelektronica, verwijderen en installeren.

Achteruitrijcamera, verwijderen en installeren

Handvatknop met achteruitkijkcamera, verwijderen van achterklep

De achteruitkijkcamera is geïnstalleerd in de handgreepknop op de achterklep. Demonteer de handgreepknop niet. De hele hendelknop moet worden vervangen.

Bedieningsmodule achteruitkijkcamerasysteem -J772-

Bedieningsmodule achteruitkijkcamerasysteem -J772-, verwijderen en installeren

De regeleenheid is in de bagageruimte achter de rechter zijwandbekleding in de bagageruimte gemonteerd.

Verwijderen

• Schakel het contact en alle elektrische verbruikers uit en verwijder de contactsleutel.
• Open de deur -1-.

• Ontgrendel en ontkoppel de connectoren -1- en -2-.
• Druk op de knop -pijl- en verwijder de besturingsmodule voor het achteruitkijkcamerasysteem -J772--3- uit de houder.

Installeren

Installeren in omgekeerde volgorde van verwijderen.

Alleen als de regeleenheid is vervangen:

• Kalibreer het systeem opnieuw.

Achteruitkijkcamerasysteem Besturingsmodule -J772-, codering

• Codeer de controlemodule van het achteruitkijkcamerasysteem -J772- met behulp van de voertuigdiagnosetester.

Achteruitkijkcamerasysteem, kalibreren

Voorbereidend werk voor kalibratie

Speciaal gereedschap en werkplaatsuitrusting vereist

• Kalibratie-eenheid -VAS6350A-

Na het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan het voertuig kan het nodig zijn om het achteruitkijkcamerasysteem opnieuw te kalibreren. In detail is dit het geval na:

• Achteruitrijcamera verwijderen en installeren
• De bedieningsmodule van het achteruitkijkcamerasysteem vervangen
• Na reparatiewerkzaamheden aan de achterklep na een ongeval
• Nadat de stahoogte van een as met meer dan 5 mm verandert
• Nadat de stahoogte van het gehele voertuig met meer dan 10 mm is veranderd

Er is veel voorbereidend werk dat moet worden uitgevoerd voordat u kunt kalibreren met behulp van de voertuigdiagnosetester. Dit wordt hieronder beschreven.

Het voertuig moet op een stevige en vlakke ondergrond staan ​​om de kalibratie uit te voeren. Tijdens de meting mogen zich geen personen in het interieur van het voertuig bevinden. Het voertuig mag tijdens de meting niet worden verplaatst, het openen en sluiten van voertuigdeuren moet worden vermeden.

Sluit de voertuigdiagnosetester aan.

• Zet de stuurhoeksensor -G85- in de 0-stand (wielen recht vooruit).

Overzicht van het gemonteerde meetapparaat:

1. Kalibratietool - wielnaafbevestigingen -VAS6350/1-
2. Kalibratietool - wielnaafbevestigingen -VAS6350/1-
3. Haakse beugel voor montage Meeteenheid voor afstandsmeting
4. Kalibratietool - lineaire laser -VAS6350/3-
   • In- en uitschakelen. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing.
5. Kunststof voet
   • Totaal drie aan de onderkant van het meetapparaat
   • Verstelbaar, voor het horizontaal uitlijnen van het meetapparaat
6. Kalibratietool - Afstandslaser -VAS6350/2-
   • Opmerkingen over de werking. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing.
7. Niveau op meetapparaat
   • Voor het controleren van de horizontale positie van het meetapparaat
8. Hoeksteun links voor montage Meeteenheid voor afstandsmeting
9. Kalibratie-eenheid -VAS6350A-
   • Afstand tussen de hoeksteunen op het kalibratie-apparaat (-item 3- of -item 8-) en de peddels op de middenbevestigingen van het achterwiel: 1,2 m - 1,7 m -maat A-

• Bevestig de gatencirkel "112" op de wielmiddensensor met de 3-wielboutadapter (17 mm).
• Plaats de paddles op beide wielcentrumsensoren en zet ze vast met borgmoeren.
• Plaats de wielmiddensensor op de wielbouten van de achterwielen. De wielnaafbevestigingen worden door de "O-ringen" in de adapters gepositioneerd en op hun plaats gehouden.

Opmerking

Bevestig de wielpick-ups zodanig op de wielen dat eventuele "antidiefstalwielbevestigingsbouten" niet met de wielboutadapters worden verbonden.

• Stel de peddel met behulp van borgmoeren zo af dat deze net boven de vloer vrij kan bewegen.

Opmerking

• Zorg ervoor dat de peddel gemakkelijk beweegt.
• De peddels moeten vanzelf weer in verticale stand komen.

• Plaats de Kalibratietool -VAS6350- achter het voertuig zoals aangegeven in de overzichtsafbeelding -maat A-,-pos. 9- 1,20 m - 1,70 m tussen de beugels op de kalibratietools en de paddles op de wielmiddensensor op de achterwielen.
• Breng de kalibratietool -VAS6350- in een horizontale positie. Draai plastic voetjes onder het kalibratieplatform zodat de luchtbel in het niveau zich precies in het midden van de indicator -pijl- bevindt.

• Zet de laser op de kalibratietool -1- aan en richt de hele kalibratietool zo uit dat de laserstraal -2- op het midden van de achterklep boven het VW-logo wordt gericht.

• Zet de Kalibratietool - Afstandslaser -VAS6350/2- voor de afstandsmeting aan met de AAN-knop. Het volgende display verschijnt en de laser schakelt zichzelf in:

• Houd de afstandslaser voor afstandsmeting -2- vlak in de hoekbeugel aan een zijde van het kalibratieapparaat zoals weergegeven in de afbeelding, de afstandslaser moet daarbij stevig contact maken met de hoekbeugel.

• Zorg ervoor dat de laserstraal van de afstandslaser voor afstandsmeting contact maakt met de peddel -1- op het onderste, vergrote deel.

Als dit niet het geval is, moeten de peddels dienovereenkomstig worden gecorrigeerd via klemschroeven op de wielpick-ups.

• Houd de afstandslaser voor afstandsmeting stevig met de hand in de hoekbeugel op het meetapparaat terwijl de laserstraal op de peddel zichtbaar is. Druk kort op de ON-knop voor afstandsmeting. Daarbij verschijnt de volgende weergave op het scherm:

De afstandsmeting wordt op het display weergegeven in "meters".

• Noteer de gemeten afstand.
• Herhaal deze meting aan de andere kant van de kalibratietool op dezelfde manier voor het andere achterwiel.

De afstandswaarde moet aan beide zijden gelijk zijn. Als de waarde niet identiek is, richt u het kalibratie-instrument slechts zo lang uit tot de waarden aan beide zijden identiek zijn.

Zorg er bij het uitlijnen van het kalibratie-apparaat voor dat de lijnlaserstraal nog steeds het midden boven het VW-embleem raakt en dat de indicator op het waterpas nog steeds in het midden staat. Pas indien nodig aan.

• Meet de hoogte van het kalibratieapparaat, afmeting H- (bovenkant platform - vloer).

De gemeten afstandsmaat A, de hoogte van het kalibratieapparaat -H- en de hoogte van het midden van de achteruitkijkcameralens tot de vloermaat -B- moeten tijdens de kalibratie in de voertuigdiagnosetester in "millimeter" worden ingevoerd.

Achteruitkijkcamerasysteem, kalibreren.

Achteruitkijkcamerasysteem, kalibreren

Speciaal gereedschap en werkplaatsuitrusting vereist

• Kalibratie-eenheid -VAS6350A-

Opmerking

Volg de stappen om de kalibratie voor te bereiden.

• Kalibreer het achteruitkijkcamerasysteem met behulp van de voertuigdiagnosetester.